Nederland en zijn
staatsgevaarlijken

In de nieuwe documentaire Koninkrijk in Wereldoorlog krijgt De Strafkolonie een prominente plaats.

Door Twan van den Brand

“Nederland zit er bovenop als het in andere landen fout gaat. We zijn de eerste om een Sierra Leone Tribunaal te faciliteren of een Internationaal Strafhof op te richten. Oorlogen die ergens anders gebeuren. Maar ja wat doen we met onze eigen oorlogen? Daar zouden we wel iets minder krampachtig mee om kunnen gaan.”
Dat zegt professor Liesbeth Zegveld in de fonkelnieuwe documentaire Koninkrijk in Wereldoorlog. Ze reageert onder meer op de moord op twee gevangenen in Fort Zeelandia, Paramaribo. Nederlandse mariniers schoten op 6 november 1942 hun landgenoten Karel Raedt van Oldenbarnevelt en Loo van Poelje na een verhoor zonder omhaal dood.
“In strijd met het oorlogsrecht”, aldus Zegveld. “Je schiet ongewapende mensen niet voor hun donder. Die mensen zijn in je macht.”

Boek

Koninkrijk in Wereldoorlog, een productie van Dorna van Rouveroy van Nieuwaal en Ruud den Drijver, zoemt sterk in op het concentratiekamp Jodensavanne, dat Nederland er tijdens de Tweede Wereldoorlog op nahield. Het lag verborgen in de Surinaamse jungle. De geëxecuteerde gevangenen waren na een vluchtpoging overgebracht naar Fort Zeelandia.
In het kamp zaten 146 zogenoemde Indische NSB’ers, verscheept vanuit Soerabaja. Acht van hen zouden het verblijf niet overleven. De rest werd pas in augustus 1946 vrijgelaten.
De documentaire levert beelden bij het boek De Strafkolonie dat in 2006 van mijn hand verscheen bij uitgeverij Balans en natuurlijk bij deze site. 


Foto Lauran Wijffels

Nederland bood nimmer excuses aan voor genoemde zwarte bladzijde uit zijn oorlogsgeschiedenis. Het bleef bij een persoonlijk gesprek dat minister van Defensie Joris Voorhoeve in de jaren ’90 had met inmiddels wijlen Guus Besier, advocaat van enkele nabestaanden. De bewindsman sprak over ‘schandalige gebeurtenissen die het zelfbeeld van de Nederlanders beschadigen’.
In de documentaire spreekt Ger van Poelje, neef van de vermoorde Loo en beheerder van het familie-archief, er schande van. “Van harte verontschuldigingen dat we een concentratiekamp hebben gehad waar mensen zijn vermoord, heeft nog nooit iemand durven te maken.”
En hoogleraar Zegveld, die uitgebreid aan het woord komt: “Geïnterneerden horen niet in een gevangenis. Er is nooit bewezen dat ze iets fout hebben gedaan. Ze moesten menselijkerwijs behandeld worden.”
Maar over het concentratiekamp werd liever niet gesproken. Het hele verhaal bleef lang in de doofpot. “Het ergste is om een dossier in een heel vroeg stadium te sluiten. Dan verstrijkt de tijd, krijg je verjaring, bewijsproblemen. Dat is kwalijk. Het is een politieke zaak geweest. Men had er geen zin in. Ze zullen waarschijnlijk gevoeld hebben dat ze fout zaten.” Met die ‘ze’ doelt Zegveld op de na-oorlogse Nederlandse autoriteiten.

Claim

Vorig jaar, nadat ze voor een bijdrage aan Koninkrijk in Wereldoorlog was benaderd, concludeerde Zegveld in een interview met de Volkskrant: “Het is geschiedkundig een interessant onderwerp, omdat het te maken heeft met de verwerking van ons verleden. Maar geen oud-generaal of oud-politicus die bereid is er iets over te zeggen. Men is bang de vingers te branden, bang dat er een claim uit voortkomt”. 
Koninkrijk in Wereldoorlog gaat over veel meer dan alleen Jodensavanne. Over het kamp aan de Copieweg in Suriname bijvoorbeeld. Daarover vertellen onder meer oud-gevangene Gerhard Frey (zie elders op deze site) en Bennie Kletter, de pleegzoon van de Surinaamse activist Wim Bos Verschuur. Deze laatste zat daar opgesloten. Maar ook het voormalige Indië en de Antillen komen, als delen van het koninkrijk, aan bod in deze ruim vijftig minuten durende documentaire.

29-03-2011