Het kamp aan de Copieweg/Foto Verzetsmuseum
Een paradijsje
met prikkeldraad
Hij is net terug van de Copieweg, waar hij tijdens de Tweede Wereldoorlog als kind in het kamp zat. Terug uit Suriname, voor Gerhard Frey ‘ondanks internering en oorlog’ een tweede Heimat.
Door Twan van den Brand
Gerhard Frey wil meteen maar iets rechtzetten als ik hem in de oude stad van Heidelberg bezoek. Hij heeft het Nederlands niet geleerd in de jaren dat hij geïnterneerd was in het kamp aan de Copieweg, nabij Paramaribo, gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Frey was nog een kind, net geen zeven jaar, toen hij in mei 1940 werd ingesloten. Hij kwam zeven jaar later als tiener achter het prikkeldraad vandaan. En jawel, er was een schooltje in het kamp. Maar daar werd Duits gesproken. Nederlands leerde hij later, veel later, op de tolkenschool in Heidelberg.
Zijn uitspraak is uitstekend, met het accent van wijlen prins Claus. Hoewel Frey toch vooral in andere talen ‘doet’. Hij doceerde ruim dertig jaar Franse en Spaanse literatuur aan de universiteit.
Vorige maand keerde de voormalige geïnterneerde terug van een hernieuwd bezoek aan de Copieweg. “Van het kamp is niets meer te zien. Daarentegen is het leven er op wonderbaarlijke manier teruggekeerd. Op de plaats van het kamp bevindt zich de Sint Ferdinand School.”
De directeur van die school, Armand Wesenhagen, trommelde prompt wat leerlingen bij elkaar toen zijn bezoek zich meldde. “Ik heb die jonge mensen verteld, dat zestig jaar geleden op deze plaats Duitse mannen, vrouwen en kinderen werden vastgehouden. Dat was natuurlijk spannend voor ze”, aldus Frey. Hij vertelde meer over ‘toen’. Over de Amerikanen die in Suriname het bauxiet, grondstof voor hun oorlogsvloot, beschermden. Over de kolonisator Nederland, over de Duitse boef Hitler.
Nederlandse bewakers in het kamp aan de Copieweg.
Frey, 77 inmiddels, voerde bij de terugkeer een groep aan die voornamelijk bestond uit Hernhütters, leden van de Evangelische Broedergemeente. Zij kennen een rijke geschiedenis in Suriname die teruggaat tot om en nabij 1735. Ze deden aan zendingswerk, verzorgden onderwijs, werden later in andere sectoren actief. Ze waren tot de oorlog uiterst gezien.
Maar toen Hitlers knechten in mei 1940 Nederland overvielen, geraakte ook de kolonie in oorlog. En de plots minder geziene medelanders werden opgesloten, uiteindelijk aan de Copieweg. Ook het gezin Frey, dat sinds 1921 in Suriname woonde.
Het kamp, waar voorheen een internaat voor Javaanse meisjes was gevestigd, lag een kilometer of twintig onder Paramaribo, aan de krakkemikkige spoorlijn naar Zanderij. In de herfst van 1940 werden er barakken gebouwd waarin hele gezinnen werden ondergebracht.
Een ander deel was tot mannenkamp gedoopt. Daar verbleef de bemanning van de Goslar, het Duitse schip dat in de haven van Paramaribo tot zinken was gebracht. En daar zat ook een groep Zuid-Afrikaanse Nederlanders die dienst hadden geweigerd en hier naar toe waren verscheept. Alsmede een groepje Surinaamse ‘querulanten’, onder wie onderwijzer en parlementariër Wim Bos Verschuur, gekend criticus van gouverneur Kielstra. Opgeteld een paar honderd geïnterneerden.
Paradijsje
Het prikkeldraad was hinderlijk, maar het leven draaglijk, zo erkent ook Gerhard Frey. “Voor onze ouders was de internering niet prettig, maar wij kinderen hadden een heerlijke tijd. Wij konden uren spelen tussen de bomen en vlinders vangen. Het was een paradijsje. (…) De Surinaamse bewakers waren erg aardig. We mochten ook schrijven met de familie in Duitsland.”
De geïnterneerden konden hun leven grotendeels zelf inrichten. Ze legden moestuintjes aan, richtten een bibliotheek in, hielden diensten. Er was zelfs zakgeld beschikbaar, dat vanuit Duitsland en via de Zwitserse ambassadeur in Venezuela de Copieweg bereikte. Tot januari 1943 konden ze, onder bewaking, zelfs in de stad gaan winkelen.
Niettemin, internering bleek ook beperking. En die duurde tot februari 1947, lang nadat de oorlog was afgelopen. Er waren momenten van zorg, maar ook van acceptatie, zo blijkt onder meer uit het dagboek dat de moeder van Rudolf Fischer bijhield.
Enkele fragmenten:
“30.8.1941: gisteren en vandaag was het verschrikkelijk. Voortdurend patrouilles, bevelen en verboden. En nergens (in het kamp-TvdB) iets te koop. Meel, suiker, spiritus, alles weg. In het mannenkamp was er een hongerstaking.”
“17.9.1941: maandag na het eten kwam de post, veel post. Voor ons zeven stuks. Oude brieven van januari tot mei. Tijdens het lezen vergaten we het heden. Het was mooi brieven van Trudel, Dorle, Eberhard, Hanna en Helene te krijgen…..Het eten is nu ook beter. Er komen creoolse marktvrouwen.”
Interieur van een barak/tekening Alexander Gebhardt
De laatste Duitsers werden in februari 1947 uit hun internering ontslagen en met de Bloemfontein naar Nederland verscheept. Via doorgangskamp Mariënbosch, bij Nijmegen, konden ze terugkeren naar Duitsland.
Buchenwald
Ze hadden hun lijden toen al kunnen relativeren, daarin gestimuleerd door het Nederlandse gezag in Suriname. Want nadat de oorlog in 1945 was geëindigd, werden de geïnterneerden verplicht te kijken naar de verfilming van Duitse gruweldaden. Uit het verslag van wijlen Rudolf Fischer: “Op een dag werd iedereen die ouder was dan 12 jaar na het invallen van de duisternis naar de gemeenschapsruimte gedreven. Daar werden filmbeelden getoond, die het Amerikaanse leger in Buchenwald en Dachau had gemaakt. Ik begreep niks van de film. Waarom werden er ovens getoond?”
Het ging zijn voorstellingsvermogen te boven, bedoelde Fischer. Pas later, toen hij zoveel meer te horen kreeg over de Duitse wandaden, kwam het ‘gruwelijke besef’, schrijft hij.
Gerhard Frey keerde in 2006 voor het eerst terug naar het verdwenen kamp. En onlangs dus weer. Hij kan de herinnering een plaats geven, volop genieten. “De oude manjabomen staan er nog.” Voor mijn bezoek aan zijn Heidelberg, had hij al gemaild: “Ondanks internering en oorlog zijn Suriname en Nederland mijn tweede Heimat”.
Zie onder dit tabblad ook: ‘De stuurman van de Goslar’ (Een ontsnapping op zeebenen) en klik op de link hieronder voor de trailer van ‘De vergeten strijders van Oranje’ om een indruk te krijgen van Suriname in oorlogstijd.
www.westonline.nl/video/nieuws/3780
09-03-2011