Een bijzondere steen

10-01-2011

Hijn Bijnen mailde me dat hij zijn vangst nu ook op internet etaleert.
Enkele jaren geleden had ik hem gevraagd of hij wist waar de grafstenen van Karel Raedt van Oldenbarnevelt en Loo van Poelje, twee hoofdpersonen uit De Strafkolonie, waren gebleven. Rond die stenen speelde een mysterieus verhaal.
Hijn, fotograaf te Paramaribo, wist de steen van Raedt van Oldenbarneveldt al spoedig te vinden. Begin dit jaar deelde hij de foto’s (klik hier) met de wereld. 


De grafsteen/Foto's Hijn Bijnen


De ontdekking van Hijn Bijnen

Door Twan van den Brand

Vooraf nog even de geschiedenis in vogelvlucht. Op 6 november 1942 werden Karel Raedt van Oldenbarnevelt en Loo van Poelje in koelen bloede vermoord in Fort Zeelandia. Zij hadden een vluchtpoging ondernomen uit het concentratiekamp Jodensavanne waar ze met 144 andere zogenoemde Indische NSB’ers zaten opgesloten. De twee slachtoffers werden na een ondervraging in de rug geschoten door Nederlandse mariniers. Die zouden voor deze oorlogsmisdaad nooit worden gestraft.

Uit De Strafkolonie:
“Op de 21ste oktober 1949 werden op de begraafplaats Veldrust in Paramaribo twee lichamen opgegraven. Het werk nam drieëneenhalf uur in beslag, van zeven tot halfelf in de ochtend.
Mr. Ernest Grünberg keek toe. Hij was waarnemend procureur-generaal van het hof in Suriname en had geëist dat de opgraving consciëntieus zou worden uitgevoerd. (…)
De resten die naar boven werden gehaald, behoorden toe aan twee volgroeide mannen. Ze waren zeven jaar eerder in alle stilte begraven. Dat gebeurde in november 1942. Op de kisten hadden toen hun namen gestaan, met krijt geschreven. De paaltjes die de graven moesten markeren, kregen slechts een nummer: 342 voor het ene, 343 voor het andere. (…)

Koperdraad

Toen hij (in 1949) zelf  voor het eerst een kijkje ging nemen op de algemene begraafplaats zag mr. Grünberg tot zijn verbazing twee heuse grafstenen op de plaats waar hij de paaltjes met de cijfers 342 en 343 had vermoed. De beheerder van Veldrust, opzichter Berg, had daar een verhaal bij. “Enkele jaren geleden, op de 16e mei 1946, hebben twee mij onbekende manspersonen de paaltjes vervangen door de grafstenen.” (…)
Vele jaren na de oorlog zou Do Romijn (een gevangene van Jodensavanne) aan zijn dochter Mia vertellen dat hij samen met medegevangene Willem Doornbos met koperdraad de namen van Raedt van Oldenbarnevelt en Van Poelje in de grafstenen had gekerfd.”



Hennep

Fotograaf Hijn Bijnen informeerde bij Henry Hennep, telg uit het geslacht van begrafenisondernemers en doodskistenbouwers dat al sinds 1856 actief is. Hennep had de betreffende graven moeten ruimen vanwege de bouw van een crematorium. Uiteindelijk kwam het daar niet van en gebruikte de goede Henry deze grond om zoete aardappels te planten.
Hijn ging er op uit en vond onder een boom een zwaar gehavende steen van Raedt van Oldenbarnevelt met daarop bevestigd (zie de verklaring van Do Romijn) de letters en cijfers van metaal. 

Raadsel

Do Romijn heeft de paaltjes op 16 mei 1946 (zie de getuigenis van beheerder Berg) zelf niet kunnen inruilen voor de grafstenen. Hij zat achter het prikkeldraad. Twee andere gevangenen van Jodensavanne, arts Lex Schoonheyt en Kees Reids Leegsma, kregen dat jaar om mysterieuze redenen wel een week ‘kampverlof’. Zouden zij de door Romijn vervaardigde metalen letters en cijfers op de begraafplaats op een steen hebben aangebracht? Wie anders dan medegevangenen zouden dat hebben gedaan?
Dát raadsel blijft bestaan.

Zie ook de site van Hijn Bijnen op facebook: http://www.facebook.com/people/Hijn-Bijnen/100000508183969

Lees onder het tabblad De Verhalen de geschiedenis van Hijn. In 2007 schreef ik  over zijn avonturen in Nederland. Dat stuk stond in onder meer het Brabants Dagblad en Het Parool.